Gepubliceerd in Handbal Inside Magazine nr. 26, september 2023
Het EK-goud dat hij begin juli met de beachdames van Oranje U17 veroverde, noemt trainer en coach Tim Bloemen veruit de mooiste en grootste prijs die hij in zijn carrière veroverde. En als het aan de 26-jarige Deventenaar ligt, die dit seizoen hoofdtrainer van eredivisionist DSVD is, blijft het niet bij die ene hoofdprijs. De beste van de wereld worden is echter ook niet meer zijn hoogste streven. “Mijn stage in Denemarken heeft me met beide benen op de grond gezet. Ik zie nu in dat er meer in het leven is dan handbal.
Tim Bloemen is met zijn 26 jaar een opvallende verschijning binnen het Nederlandse trainersgilde. Op zijn twaalfde gaf de geboren en getogen Deventenaar al training aan leeftijdsgenootjes. Acht jaar later had hij zijn eerste seniorenteam onder zijn hoede. Bloemen combineerde het trainerschap lange tijd met zelf spelen, maar nu hij komend seizoen bij de dames van eredivisionist DSVD aan de slag gaat, zit dat er niet meer in, vertelt hij aan de keukentafel in zijn ouderlijk huis.
Tim, zijn dit niet juist de jaren waarop je je volop op het spelen zou moeten richten?
“Ik heb echt in dubio gezeten. Wil ik dit? Een jaar of acht geleden ben ik als handballer overgestapt van Achilles in Apeldoorn naar het herenteam van Heeten, omdat ik het plezier in het spelletje verloren was. Ik had bij Achilles ontzettend veel geleerd en heb er mijn eerste NK’s zaal en beach en buitenlandse toernooien gespeeld. Maar ik had geen goede klik met de toenmalige hoofdtrainer en heb flinke discussies met hem gehad. Ik ging daardoor met tegenzin naar de trainingen. Bij Heeten hoopte ik de lol in het spelen terug te vinden, wat lukte. Vroeger was het mijn droom om als speler de top te halen, maar die droom heb ik al snel moeten laten varen. Ik werd niet gescout en als je niet wordt uitgenodigd voor de HandbalAcademie, wordt het heel lastig om hogerop te komen. Dat is een tekortkoming binnen het Nederlandse handbal. Als je niet een van die plekken weet te veroveren, word je niet gezien en krijg je nauwelijks de kans om iets te bereiken. Begrijp me niet verkeerd, de HandbalAcademie is top, maar je loopt daarmee het grootste deel van je leden wel voorbij. Wat is er voor hen? Dat is een van de redenen waarom talentvolle spelers al op jonge leeftijd in het eerste team komen te spelen en vervolgens snel naar het buitenland gaan. Want wat hebben de Nederlandse competities hun te bieden op het gebied van kwaliteit en sfeer? Handbal leeft hier niet zoals in het buitenland.”
Wanneer ontdekte je dat het trainerschap voor jou was weggelegd?
“Op mijn twaalfde trainde ik al de D’tjes bij Schalkhaar, die van dezelfde leeftijd waren als ik. Ik deed dat natuurlijk niet in mijn eentje, maar samen met een andere trainer, ik was zeg maar zijn assistent. Twee jaar later had ik wel mijn eigen team, dat ging heel snel. Ik was zeventien of achttien toen ik bij Achilles vertrok en er bewust voor koos om als trainer stappen te gaan zetten. Ik ben toen onder meer de trainersopleiding gaan doen.”
Na verschillende jeugdteams te hebben getraind bij Schalkhaar, Wijhe’92, Heeten, Voorwaarts en de Handbalschool Salland werd Bloemen in 2019 trainer van het tweede team van Voorwaarts uit Twello. Direct in zijn eerste jaar werd hij met dat team kampioen van de tweede klasse. Het seizoen erop vertrok hij naar hoofdklasser Broekland waar hij twee jaar werkte.
In een interview begin 2020 liet je optekenen dat je ‘de beste van de wereld’ wilde worden. “Dat lukt niet als je bescheiden blijft in je ambities,” zei je daarbij. Sta je nog steeds achter die uitspraak?
“Ja, daar sta ik zeker nog achter, al is het niet zo dat ik nog steeds de beste van de wereld wil worden. Wel vind ik nog steeds dat je je ambities moet uitspreken, anders bereik je ze niet. De prioriteiten in mijn doelstellingen liggen inmiddels anders. Ik heb een half jaar in Denemarken gezeten. Daar heb ik ingezien dat er meer in het leven is dan handbal alleen. Voor die tijd bestond mijn leven vrijwel uitsluitend uit handbal. Het kleine beetje vrije tijd dat ik had, naast studie, werk en handbal, besteedde ik aan vrienden, nauwelijks aan familie. Dat is niet erg, dat heeft me gemaakt tot wie ik nu ben, maar ik sta er nu wel anders in.”
Bloemen vertrok vorig jaar augustus naar het Deense Ikast waar hij een leer-werktraject volgde aan de ISI Idrætshøjskole. Tijdens deze handbaltrainersopleiding kreeg hij les van onder anderen Christian Back, voormalig rechterhoekspeler van eredivisieclub Bjerringbro-Silkeborg. Bloemen was verantwoordelijk voor de dames U19-selectie van Håndbold Akademi Ikast (HAI) en gaf talenttraining aan de jeugd in de regio Midtjylland. Hij wilde er vooral aan zijn eigen competenties en vaardigheden als trainer werken.
Hoe kijk je terug op je tijd in Denemarken?
“Het is niet helemaal geworden wat ik ervan verwachtte – ik ben ook eerder teruggekomen dan gepland – maar ik zou het zo weer doen. Ik wil het nog wel honderd keer overdoen. Ik heb daar zo ontzettend veel geleerd. De theorielessen van onder meer Christian Back waren top. In de praktijk kreeg ik echter weinig begeleiding. Ik werd bijvoorbeeld begeleid door iemand die zelf pas een jaar trainer was. Ja, daar heb je natuurlijk niet veel aan. Ik was met mijn 25 jaar ruim de oudste, de meeste studenten zijn er tussen de achttien en twintig jaar. Zij willen alles opgeven voor het handbal. Dat wilde ik ook, dat was de reden voor mijn vertrek naar Denemarken. Maar omdat ik daar onvoldoende werd begeleid, moest ik er zelf alle energie insteken. Dat lukte niet. Vervolgens nam ook mijn intrinsieke motivatie af en stelde ik mezelf de vraag: wil ik dit, wil ik alles opgeven voor het handbal? Ik kwam tot de conclusie dat ik het vooral deed omdat ik geen andere weg voor mezelf zag. Ik had alles opzijgezet voor het handbal, het stopte nooit. Toen ik tot dat inzicht kwam, besloot ik een stap achteruit te doen en het grotere plaatje te zien. Ik kwam met beide benen op de grond te staan. In Denemarken realiseerde ik me dat werken aan je sociale leven minstens zo belangrijk is. Ik had niet verwacht juist dat uit mijn periode daar te halen. Ik had geen heimwee, maar miste mijn familie en vrienden wel. Ik kon niet even een avondje bij ze gaan zitten en met ze kletsen. Al heb ik ook zeker vrienden overgehouden aan mijn tijd daar.”
Wat heb je in Denemarken op het handbalvlak geleerd?
“Vooral op tactisch niveau heb ik er veel geleerd. In Denemarken doen ze veel meer uit het boekje. Het is een en al systemen en iedereen weet het idee erachter. Dat mis ik hier in Nederland. Waarom doen we nu systeem A en niet B? Wat gaan we doen als de dekking ineens dit gaat doen? Daar wordt hier nauwelijks over nagedacht. De meeste spelers voeren de systemen keurig uit, maar hebben geen idee waarom ze het doen. In Denemarken heb ik geleerd dat je als trainer een doos creëert voor je spelers met visies, plannen, systemen en de krachten binnen het team. Wat je ook doet, je blijft altijd binnen die box. Dat idee probeer ik nu ook bij DSVD over te brengen. Bij DSVD wordt heel vrij gespeeld. Dat is ontzettend mooi en daar kan ik echt van genieten. Er wordt op creatieve wijze naar oplossingen gezocht. Maar er schuilt ook gevaar in, je kunt namelijk niet volgens een bepaald plan spelen. Daar wil ik lijn in krijgen, een rode draad waarbinnen het vrije spelen zeker nog mogelijk is. We hebben in de eerste maanden al echt stappen gezet. Het lampje gaat branden.”
Bloemen vliegt als trainer met grote sprongen door het Nederlandse dameshandbal. Na Voorwaarts 2 en Broekland werd hij enkele maanden terug benaderd door het Twentse DSVD om daar hoofdtrainer te worden. Zo heeft hij zich in enkele jaren opgewerkt van de tweede klasse naar de eredivisie.
Wat voor team trof je aan bij DSVD?
“Er zijn zes basiskrachten gestopt, onder wie Dagmar Oude Voshaar die naar SEW is overgestapt. Dat is natuurlijk een flinke aderlating. Er staat nu een erg jonge ploeg, maar er is ook de nodige ervaring. Net als bij elk ander team zijn er speelsters die ervan houden om dingen te bespreken. Met hen vormen we een tactisch groepje. Onder meer aanvoerster Marit Molenbroek zit daarbij, een ontzettend fijne speelster om mee te werken. Zij voelt aan wat er binnen het team speelt en is niet bang om zich uit te spreken. Ze is ook niet voor niets unaniem tot aanvoerster gekozen door de ploeg. Verder werk ik samen met Jop Hagreize, de trainer van het tweede, keeperstrainer Kasper Adema en fysiotherapeut David Schmidt die echt hart heeft voor de sport en de meiden. Met z’n vieren vormen we een mooie combinatie.”
Wat zijn je plannen met DSVD?
“Samen met Jop en Kasper had ik als doelstelling de zevende of achtste plek in de eredivisie vastgesteld, de kampioenspoule dus, maar de groep was heel stellig: dat is niet realistisch. De speelsters willen voor de negende plek gaan, handhaving is in hun ogen het hoogst haalbare. En ik denk dat ze daar gelijk in hebben. Afgelopen seizoen eindigden ze ook als negende, maar dat was met die zes speelsters die nu vertrokken zijn. Dan is een hogere klassering nu niet realistisch. Natuurlijk ga je altijd voor meer, maar moet je dan als trainer tegen de groep in gaan? Nee, de negende plek past bij deze groep. We gaan dus bij voorbaat al voor een plek in de degradatiepoule. Dat is misschien vreemd, maar wel realistisch. We bekijken het seizoen wedstrijd voor wedstrijd. We moeten inzetten op onze eigen krachten en dan zien we vanzelf waar het eindigt.”
Tussen al het zaalhandbal door is Bloemen ook actief op het strand. Begin juli pakte hij met de damesploeg U17 goud op het Europees kampioenschap in het Turkse Izmir. In de bloedstollende finale werd Hongarije na 1-1 in sets in de beslissende shoot-outs met 15-13 verslagen.
Wat was jouw bijdrage binnen dit team?
“Ik ben assistent-bondscoach onder Frank Fokkens, we doen alles samen. Frank kan soms koppig en eigenwijs zijn en is heel erg van de cijfers en de analyses. Ik ben dat helemaal niet, juist het tegenovergestelde. Dat is een fijne combinatie. We hebben elkaars werkwijze leren waarderen. Ik heb ingezien dat statistieken je inderdaad kunnen helpen, terwijl Frank van mij een stukje creativiteit en vrij spelen heeft overgenomen. Dat maakt ons zo sterk.”
Is deze gouden plak de mooiste prijs in je handbalcarrière?
“Absoluut! Vorig jaar begonnen we met deze groep en we hadden direct al gezegd ooit voor goud te gaan. Het initiële doel was om de speelsters op te leiden voor het grote Oranje. Toen we vorig jaar in Praag brons pakten op het EK wisten we zeker dat er echt iets in deze ploeg zat. Het EK van dit jaar begonnen we voorzichtig. Onze eerste wedstrijd was tegen Kroatië, wat geen probleem mocht zijn. We moesten vooral niet te veel weggeven, want de sterke tegenstanders kwamen we later nog tegen. Maar de eerste set verloren we en er ontstond onenigheid binnen het team, de meiden begonnen tegen elkaar te praten. We wonnen uiteindelijk wel, maar ’s avonds moesten we reflecteren. Hoe willen we aangesproken worden? Sommige speelsters zijn ook vriendinnen van elkaar en vinden het daarom moeilijk om elkaar op bepaalde dingen aan te spreken. In het vervolg van het toernooi gebeurde dat wel en dat gaf ons zo’n boost. Echt iedereen kreeg een cruciale rol binnen het team. Het was al een hechte groep, maar dat werd vanaf dat moment alleen maar beter.”
Goud is dus al binnen voor de jonge trainer die ooit riep de beste van de wereld te willen worden. Grote dromen en ambities heeft Bloemen nog steeds, maar hij maakt nu ook bewust ruimte en tijd vrij voor rust, reflectie en realisme. “Dat ik nu al in de eredivisie sta als trainer is echt een droom. Ik ben er heel dankbaar voor dat ik dit op mijn 26e mag doen. Ik zie hierna wel wat er op mijn pad komt. Europa in gaan was altijd mijn grote wens. Dat wil ik nog steeds heel graag, maar als het niet gebeurt, is het ook goed. Ik kan nu ook mijn rust pakken op bepaalde momenten. Dat lukte vroeger echt niet. Ik geniet nu veel meer van alles wat er gebeurt. Ik kan nu stilstaan en denken: wauw, dat ik dit mag meemaken.”