Van een warm bad naar koud en donker Noorwegen: ‘Het voelde alsof ik overal achteraan huppelde’

Gepubliceerd in Handbal Inside Magazine nr. 27, maart 2024

Ze fantaseerde er op jonge leeftijd al over om later profhandbalster te worden. Afgelopen zomer leek die droom uit te komen voor Romé Steverink, maar teleurstelling na teleurstelling volgde. Tot er ineens een belletje kwam van de Noorse topclub Molde HK Elite. Daarna ging het allemaal heel snel. Misschien zelfs iets te snel.

In haar jaren bij Kwiek, VZV en VOC moest Romé Steverink ook wel eens ver reizen voor een wedstrijd. Dan zat ze een paar uur in de bus, speelde een wedstrijd en reisde dezelfde avond nog een paar honderd kilometer weer terug naar huis. In Noorwegen, sinds vorig jaar zomer het nieuwe thuis van de 21-jarige hoekspeelster, zijn dat afstanden van niks. “We gaan hier elke uitwedstrijd met het vliegtuig, op eentje na. Byåsen in Trondheim is het dichtstbij. Daar rijden we in vier uur naartoe,” vertelt Steverink vanuit haar appartement in winters Molde. “Voor de overige uitwedstrijden gaan we met het vliegtuig. Dan komen we meestal rond lunchtijd aan en hebben we ’s avonds een wedstrijd. We overnachten in een hotel en vliegen de volgende dag terug. Dat vind ik nog steeds heel gek. Dat alles voor je wordt geregeld en je voor een wedstrijd in een hotel verblijft.”

Het is voor de bescheiden Steverink, geboren en getogen in het Overijsselse Raalte, sowieso nog nauwelijks te bevatten dat ze plotseling profhandbalster is. “Dat is heel gek, het besef dat dit een baan kan zijn. Ik weet nog dat mijn moeder mij, toen ik een jaar of dertien was, vroeg wat ik later wilde worden. Handbalster, zei ik. Nee, zei m’n moeder, je moet wel een écht beroep kiezen. Niet zo’n rare opmerking van haar, want ik speelde destijds in de C3 van Kwiek. Maar nu komt mijn moeder af en toe hier in Noorwegen om mij bij Molde te zien handballen. Heel bijzonder.”

Noorwegen stond in haar top drie

Steverink handbalde jaren bij Kwiek in haar woonplaats Raalte en kwam via het Noord-Hollandse VZV in 2023 of 2022??? terecht bij VOC in Amsterdam. Ze maakte vier jaar deel uit van de HandbalAcademie en doorliep alle jeugdselecties van Oranje. Die periode sloot ze af met een bronzen medaille met Oranje U20 op het WK van 2022 in Slovenië. “Dat was zo gaaf. Ik ben zo ontzettend trots op die groep en dat ik dat allemaal heb mogen meemaken.” Ze was daarmee helemaal klaar voor dé stap naar het buitenland.

Maar hoewel er in het voorjaar van 2023 verschillende mooie clubs in beeld waren, had ze half augustus nog steeds geen nieuwe werkgever. “Er waren allerlei gesprekken, maar het ging telkens niet door. Er was toch geen budget, ze gingen alsnog door met de huidige speelster of ze zochten iemand met meer ervaring. Het was elke keer weer een grote teleurstelling. Ik had me er enigszins bij neergelegd dat het nu nog niet ging lukken. Tot plotseling Molde zich meldde. Dat zag ik totaal niet meer aankomen. Hun rechterhoekspeelster was geblesseerd geraakt en ze zochten een vervangster.”

Noorwegen stond hoog op Steverinks wensenlijstje, waardoor ze niet lang hoefde na te denken over het aanbod. “Ik had met René Cloo van mijn management besproken welke landen het beste bij mij passen. Noorwegen stond in mijn top drie, onder meer vanwege de snelheid in het spel. Het Scandinavische handbal past beter bij me dan het fysieke. Ik ben niet groot of sterk en moet het daarom van slimme dingetjes hebben. Dus dit kwam perfect uit.”

Er was wel één probleempje: Steverink had net bij Groot Venlo getekend. “Zij hadden mij gebeld of ik bij hen wilde komen spelen. Toen ik dacht dat het buitenland het nog niet zou worden dit seizoen, stond ik daar zeker voor open. Het was makkelijk te combineren met mijn studie Bedrijfskunde in Nijmegen. Maar een maand nadat ik had getekend, belde Molde dus. Ik heb Venlo mijn oprechte excuses aangeboden. Ik ben heel dankbaar dat ze mijn keuze begrepen en dat ze me steunden in het volgen van mijn dromen.”

Het ging allemaal te snel

Daarna ging het allemaal erg snel. Iets te snel, als Steverink er nu op terugkijkt. “Ik kwam vlak voor de start van de competitie bij het team van Molde en had daardoor een groot deel van de voorbereiding gemist. De taal begreep ik in het begin helemaal niet. Bijna alle speelsters in het team komen uit Noorwegen. Eén speelster komt uit Denemarken, maar die taal ligt heel dicht bij het Noors. Daarnaast zijn er nog twee speelsters uit Hongarije en Tsjechië. Tijdens de trainingen wordt Engels gesproken, maar de onderlinge grappen en de gesprekken in de kleedkamer gingen en gaan in het Noors. Ik voelde me in het begin erg alleen.”

En dan kreeg ze als jongste van het team ook nog extra taken toebedeeld. “Dat was de eerste vraag die ik kreeg op het trainingskamp: hoe oud ben je? Samen met drie andere jonge speelsters moet ik zorgen dat alles voor een wedstrijd klaarstaat. In het begin had ik geen idee waar alles stond. Dat moest ik zelf uitzoeken. Het ging allemaal te snel, het voelde alsof ik overal achteraan huppelde.”

En dan was er nog de omgeving, die haar ook niet direct opbeurde. ”De natuur is hier indrukwekkend. In de zomer is het hier prachtig, maar daar heb ik nog niet veel van meegemaakt. Nu is het vooral koud, donker en er ligt veel sneeuw. Als je de ene dag alles hebt weggeveegd, kun je de volgende dag weer opnieuw beginnen. Veel wegen zijn afgesloten, waardoor er nu weinig te doen is. Wandelingen maken is bijvoorbeeld nu gewoon niet verstandig, maar dat is in de zomer hier wel echt een ding. In de winter verplaats ik me vooral met de auto. Als het straks beter weer is, pak ik de fiets van mijn opa weer. Dan kunnen de mensen weer zeggen: daar heb je die Nederlandse op haar fiets.”

Av og til

Bij aankomst in Noorwegen ging Steverink vrijwel direct met de taal aan de slag. Samen met haar Hongaarse en Tsjechische teamgenoten volgt ze wekelijks Noorse les. “Ik dacht eerst dat het een heel moeilijke taal was, maar het heeft vrij veel overeenkomsten met het Nederlands. ‘Af en toe’ is bijvoorbeeld ‘av og til’ en ‘uitgang’ is ‘utgang’. Ik leer de taal best vlot, de docent heeft me al kinderboeken meegegeven om thuis te lezen.” Ook haar teamgenoten helpen haar bij het leren van de taal. “Vooral met de linkerhoekspeelster klikt het goed. Als rechterhoekspeelster sta ik tijdens trainingen vaak tegenover haar en bij uitwedstrijden delen we een kamer. Zij helpt mij met het Noors. Herhaalt dingen langzaam voor me of vertaalt het als het nodig is. Ik spreek de taal nu steeds beter, waardoor alles makkelijker wordt en vertrouwder voelt. Ook de zon schijnt inmiddels wat langer. Dat maakt het ook prettiger.”

Molde HK Elite is de oude club van voormalig Oranje-coach Helle Thomsen. Ook speelsters Lynn Molenaar en Martine Smeets hebben een verleden bij de Noorse topclub. Op dit moment is Steverink de enige Nederlandse in de selectie, al sluit keepster Annick Lipman de laatste wedstrijden af en toe aan om een van de geblesseerde doelvrouwen binnen de selectie te vervangen. “Het is natuurlijk fijn om even Nederlands met iemand te kunnen praten, maar ik mis het niet echt. Het is juist goed als ik Noors moet praten, dan leer ik het sneller. In het begin was het wellicht wel fijn geweest als ik iemand in de buurt had gehad die mij de eerste weken een beetje kon helpen in mijn eigen taal.”

Daarvoor kon ze, op afstand, wel terecht bij Hante Hamel. De keepster uit Losser speelt inmiddels voor het derde seizoen op rij in Noorwegen. Ze verdedigt het doel van Volda HK, dat dit seizoen uitkomt op het tweede niveau van Noorwegen. “Ik ken Hante al langer. In mijn eerste week op de HandbalAcademie was zij mijn mentor. En nu was ze dat eigenlijk weer. Zij spreekt de taal vloeiend. Ik heb met haar veel gesproken over het leven en handballen hier. Ik kan helaas niet zomaar bij haar langs, zij woont op vier uur rijden van mij. Maar toen ik laatst een lang weekend vrij was, ben ik wel naar haar toegegaan. Het is fijn om haar in de buurt te hebben.”

Active Dutch Wing Defending

Steverink reisde goed voorbereid af naar Molde. Daar plukt ze nu de vruchten van. En niet alleen zij. Coach Tor Odvar Moen van Molde HK Elite gaf aan onder de indruk te zijn van de verdedigende kwaliteiten van de Nederlandse. “De ‘Active Dutch Wing Defending’ noemt hij het. De hoekspelers hebben daarbij een grotere rol in de dekking, ze verdedigen meer naar binnen. Daar zijn we nu bij Molde ook mee bezig. Die manier van verdedigen heb ik geleerd van Ricardo Clarijs en Per Johansson, die mijn coaches waren bij Oranje U20. Zij waren heel duidelijk: met een goede aanval win je wedstrijden, met een goede verdediging win je medailles. Voordat ik naar Noorwegen ging, ben ik samen met Ricardo extra aan de slag gegaan met de verdedigingstechnieken. De HandbalAcademie heeft me enorm geholpen met deze stap en ik vind het fijn dat ik nog steeds contact met ze heb. Zo helpt fysiektrainer Kenny Odijk me nog steeds met mijn kracht- en herstelprogramma’s.”

De linkshandige Steverink noemt zichzelf een betere verdediger dan aanvaller, terwijl in de Nederlandse competitie juist veel keepsters het lastig hadden met haar verrassende manier van schieten. “De keepers hier in de Noorse competitie wachten een stuk langer of ze geven juist bewust een hoek vrij. Ze spelen meer een spelletje met je. Mijn positiegenoot bij Molde, Mia Strand, was aanvankelijk beter in de afronding dan ik, zij was constanter op dat vlak. Inmiddels ben ik meer gewend aan het Noorse spel en de keepers, waardoor ik ook in de aanval effectief ben geworden. Mijn scoringspercentage is inmiddels hoger dan dat van Mia.”

Ze is blij met alle speelminuten die ze krijgt, want ze weet dat dat niet iets vanzelfsprekends is. “Je moet hier hard werken voor je speelminuten. Daarom ben ik mijn coach heel dankbaar dat hij mij gelijk in de eerste wedstrijd al liet spelen. Inmiddels speel ik best veel. Van de laatste vier wedstrijden heb ik er drie volledig gespeeld. Ik heb dus min of meer een basisplaats. Ik ben hier heel blij mee, maar weet ook dat het zo kan veranderen. Topsport is hard werken, goed voor jezelf zorgen en altijd je best doen. Ik ben voor iedere wedstrijd zenuwachtig, maar die spanning zit me niet in de weg. Het helpt me juist extra te focussen. Na het eerste fluitsignaal zijn de zenuwen weg, al blijf ik altijd wel een beetje bang om fouten te maken. Dat heeft niet met spanning te maken, maar vooral met mijn perfectionisme.”

Afkomstig uit een warm nest

Steverink komt uit een warm nest. Vader Erik, moeder Hetty en haar jongere broertje <naam>, zusje Floris en Eline volgen de verrichtingen van Steverink op de voet. ”Ze zijn trots op me en als het even kan, komen ze deze kant op. Als ik naar huis wil, moet ik eerst een binnenlandse vlucht pakken en daarna naar Amsterdam of Düsseldorf vliegen. Dat kost veel tijd en veel geld, dus dat doe je niet zomaar. Mijn zusje Eline is nu een reis deze kant op aan het plannen. Daar kijk ik naar uit.”

Ze heeft regelmatig contact met haar familie en vrienden in Nederland. Verder vult ze haar dagen in Noorwegen voornamelijk met trainen, studeren en af en toe leuke dingen doen met haar teamgenoten. Het thuisgevoel mist ze, al vindt ze dat een beetje terug bij haar hospita. ”Ik huur een woning van een vrouw van 85 jaar. Zij woont boven mij en is heel blij dat ik bij haar woon. Ik vind het zelf ook fijn. Ze spreekt zelfs Engels, al praat ik inmiddels steeds vaker Noors met haar. We hebben goed contact. We vegen samen de stoep schoon en drinken af en toe een kopje koffie samen.”

Andere dynamiek aan de top

Steverink is niet bang om grote, onbekende stappen te zetten, maar voelt zich zeker ook prettig in een vertrouwde omgeving. “Ik heb jaren bij Kwiek gespeeld, daar ben ik als klein meisje met handballen begonnen. Toen ik negentien was ben ik naar VZV overgestapt. Ook daar voelde ik me direct thuis. Die omgeving was vergelijkbaar met Kwiek. Na de wedstrijd maakte je met het publiek een praatje in de kantine. Het was een warm bad. Het jaar erop ging ik naar VOC, waarmee ik landskampioen ben gewonnen. Dat seizoen was mentaal goed voor mij om mee te maken. Iedereen was daar veel directer. Als je bij VZV een fout maakte, dan werd je dat al snel vergeven. In Amsterdam werd dan juist gevraagd: waarom maak je die fout? Het ging bij VOC echt om de prestatie. Daar was een andere dynamiek. Dat is hier in Molde ook weer het geval. Het gaat hier ook alleen maar om de punten. Of dat nou met mooi of lelijk handbal is, dat maakt niet uit.”

De stap naar Noorwegen betekende een hele omslag voor Steverink op allerlei vlakken. Inmiddels, ruim een half jaar verder, kan ze zeggen dat ze enigszins geland is. “Ik zag het fullprof worden als doel, als een eindpunt waar ik naartoe moest werken. Maar nu ik op dat punt ben, weet ik dat het geen einde is. Het is juist de start van iets compleet nieuws. Dat was even wennen de eerste maanden. Maar nu ken ik de taal steeds beter, ik heb mijn studie weer opgepakt, de zon schijnt steeds langer. Ik heb alles op de rit, ik ben pas net begonnen.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *