Gepubliceerd in de Stentor en op deStentor.nl, 26 oktober 2018, foto Ronald Hissink
Geen voetbal, volleybal of andere ‘standaard’ sport voor Jari, Raúl en Floris-Tijmen. De drie tieners wijken af van de gebaande paden; zij kiezen voor schermen. Degenschermen om precies te zijn. En dat doen ze zo goed dat ze sinds kort meetrainen met het Degen Begeleidings Team, een programma voor talenten die tegen Jong Oranje aan zitten.
DEVENTER – Schermen is een kleine sport in Nederland en dat je het in Deventer kunt beoefenen, weten de meeste inwoners van de Koekstad zelf niet eens. Hoe komen Jari Hoevenaars (15), Raúl Lenderink (15) en Floris-Tijmen Dinandt (14), drie talentvolle degenschermers van de Deventer Schermvereniging DSV, er dan bij om voor deze vechtsport te kiezen?
Voor Floris-Tijmen is het antwoord kort: Star Wars. “En Pirates of the Caribbean. In die films wordt aan zwaardvechten gedaan. Toen ik dat zag, wist ik dat ik dat ook wilde.” Ook voor Raúl vormde de televisie de aanleiding. “Ik zat op judo, maar dat vond ik saai. Mijn ouders keken eens een detective waarin geschermd werd. Mijn moeder dacht dat dat wel iets voor mij was.” Dat had ze goed ingeschat. Inmiddels tikt de jonge Deventenaar, net als Floris-Tijmen en Jari, de bovenkant van de ranglijst aan in zijn leeftijdscategorie.
Trap onder de kont
Wat maakt deze drie musketiers nou zo goed? Dat is bij de Almelose Floris-Tijmen, die overstapte naar Deventer omdat hij bij de Twentse clubs uitgeleerd was, in ieder geval niet zijn voetenwerk, lacht hij: “Ik ben eigenlijk heel lomp. Wel is mijn tempogevoel goed: als ik moet steken, dan steek ik. Maar mijn grootste pluspunt is mijn lengte. Mijn reikwijdte is veel groter dan die van mijn leeftijdsgenoten. Mijn voeten moet ik wel extra in de gaten houden, die zijn een makkelijk doelwit.”
Voor Raúl is het voetenwerk juist wel een van de betere punten. “Ook het weren en steken is bij mij redelijk goed. En ik heb een goede puntvastheid. Dat wil zeggen dat ik mijn tegenstander precies raak daar waar ik wil.” Jari tot slot, vindt het lastig om zijn sterke punten te noemen. Begeleider en oud-trainer John Hartings helpt hem: “Jari is een rustige schermer die af en toe als een duveltje uit een doosje komt. Hij is behoorlijk passief. Als je hem ziet schermen, wil je hem soms wel een trap onder z’n kont geven.” Jari kan wel lachen om de observatie van de voormalig maître: “Ik pas mijn hoeveelheid passiviteit aan aan mijn tegenstander.”
Intensief
Naast hun wekelijkse trainingen in Deventer krijgen de drie beloftes iedere donderdag in Arnhem les van meervoudig kampioen Arwin Kardolus. Daarnaast mogen ze sinds kort meetrainen met het Degen Begeleidings Team, een programma voor talentvolle schermers die tegen Jong Oranje aan zitten. “Begin september hebben we daar voor het eerst aan meegedaan,” vertelt Jari over de maandelijkse lessen die gegeven worden door jonge trainers die onder begeleiding staan van bondscoach Gabor Salamon. “Je gaat er nog dieper op de techniek van het schermen in. Het was heel intensief.”
De jongens hopen met deze extra trainingen de top te bereiken. Rijk zullen ze er echter niet mee worden. “Daar moet je het niet voor doen,” weet Jari. “Ik wil dan ook eerst mijn studie afmaken. EK’s en WK’s wil ik sowieso spelen en hopelijk zijn de Olympische Spelen ooit binnen bereik. Nu scherm ik om beter te worden, maar vooral ook voor het plezier. Die balans zoek ik constant.” Voor Raúl heeft presteren een hogere prioriteit. “Serieus met de sport bezig zijn heeft bij mij de overhand. Daar haal ik juist het plezier uit. En ja, ook ik hoop de Olympische Spelen te halen. Maar dat zal nog jaren duren.” Jari: “Als je er maar hard genoeg voor werkt, gaat dat lukken.”