Gepubliceerd in de Stentor en op deStentor.nl, 2 april 2019, foto Gerard Vrakking
Als ouder ben je de motor van de ontwikkeling van je kind. Liane van Eunen, alias Juf Brein, kan het niet vaak genoeg benadrukken. Komende woensdag geeft de Raaltese workshops over de ontwikkeling van het kinderbrein tijdens Word Wijs in het Blagenparadijs, een evenement voor (aanstaande) ouders van kinderen tot vier jaar. “De eerste duizend dagen zijn cruciaal.”
Laatst zag Liane van Eunen een vader en kind samen een ijsje eten. Een roodborstje hupste voorlangs. De vader zag het niet – hij tuurde naar zijn mobiel – en ook het kind kreeg het daardoor niet mee. “Dat is zo’n gemiste kans,” roept Van Eunen uit. “Dat snaveltje, wat het vogeltje doet: hij had het zijn kind allemaal kunnen laten zien.” Het liefst was de Raaltese erop afgestapt, maar dat liet ze. “Vaak is het geen onwil; iedereen handelt vanuit liefde. Maar veel ouders zijn zich er niet van bewust hoe belangrijk die momenten zijn.”
Die bewustwording is precies wat Van Eunen met haar alter ego Juf Brein wil bewerkstelligen bij ouders en andere opvoeders. “Dat is echt mijn missie. De eerste duizend dagen van een kindje, de negen maanden in de buik van de moeder meegerekend, zijn zo belangrijk voor zijn ontwikkeling. Als ouder ben je daar de motor van.” En dus trekt de onderwijsassistent met regelmaat haar witte breinjas aan, vult ze koffertjes met leerzame attributen, informatiekaarten en een setje nephersenen en gaat ze op pad. Ze geeft workshops aan onderwijzers, ouders én basisschoolleerlingen over het ‘breintastische’ brein van kinderen.
Zelfsturing
“Bij de geboorte wegen de hersenen van een baby ongeveer 350 gram,” doceert Van Eunen. “Een jaar later wegen ze een kilo. Kun je nagaan wat er allemaal gebeurt in die tijd.” De theorie is behoorlijk ingewikkeld. Als Juf Brein streeft Van Eunen ernaar het in jip-en-janneketaal over te brengen. “Je hersenen bestaan uit honderd miljard neuronen, een groot netwerk van allemaal draadjes. Bij de geboorte liggen de meeste draadjes los, de verbindingen moeten nog gemaakt worden. Als dat niet op de juiste manier gebeurt, kan er veel misgaan.” Vader en moeder, maar ook leerkrachten en andere verzorgers spelen daarbij een essentiële rol. “Kinderen zijn op hun best als ze zichzelf kunnen en mogen aansturen. Daar hebben ze hulp bij nodig. Hun omgeving moet uitleggen waarom iets wel of niet mag, de grenzen bepalen. En kinderen moeten het goede voorbeeld krijgen, want ze spiegelen gedrag.”
Snoepje
Ongewenst gedrag is volgens Van Eunen grotendeels aangeleerd. “Natuurlijk, of een kind pit heeft of niet, zit voor een deel in de genen, maar het meeste gedrag is aangeleerd. Als je kind een snoepje krijgt bij de supermarkt, dan is het niet vreemd dat hij daar een volgende keer weer om vraagt. Dat is de verbinding die hij gelegd heeft. Het is heel lastig om dat ongewenste gedrag weer af te leren, dat duurt gemiddeld veertig dagen.”
Met een zoon van 24 en dochter van 22 jaar heeft Van Eunen het opvoeden van haar eigen kinderen zo goed als achter de rug. “Als ik terugkijk, denk ik dat ik het als moeder goed heb gedaan. Wel zijn er dingen die ik achteraf anders zou doen. Ik had ze bijvoorbeeld veel minder suiker gegeven. Dat hebben ze niet nodig, het is puur vergif. Ik druk mijn kinderen, zowel mijn eigen als de leerlingen van mijn school, op het hart om te blijven oefenen. Zeg nooit ‘Ik kan het niet’, maar ‘Ik kan het nóg niet’. Hoe vaker je oefent, hoe beter en sneller je leert denken. Daar zorgen de neuronen, die draadjes in je brein, voor.”