Gepubliceerd in de Stentor en op deStentor.nl, 29 november 2019, foto Pedro Sluiter
RAALTE – Pak de beste speelsters uit de regio en maak daar een team van. Vorm zo tien of twaalf ploegen en laat die tegen elkaar spelen in een superdivisie. Dát kan het Nederlands dameshandbal redden. Het is een van de onconventionele ideeën van handbalautoriteit Henny Nijboer. “Clubs zitten daar niet op te wachten, maar het handbal wél.”
Hij is niet de makkelijkste, zegt de 68-jarige Nijboer over zichzelf. “Ik maak niet altijd even veel vrienden, maar ik ben wel altijd duidelijk.” Als voorbeeld noemt de inmiddels gepensioneerde functionaris van het Nederlands Handbalverbond (NHV) het meningsverschil dat hij twee jaar geleden had. “In Nieuw Heeten waren twee jongens verongelukt. De vereniging vroeg vrijstelling aan. Dat gaat niet, want die jongens zijn geen lid van de club, was het antwoord van de bond. Ik zei: het NHV moet eens leren dat een probleem in een dorp anders opgelost wordt dan in Rotterdam. Knallende ruzie werd het.”
Voetbalgezin
De geboren Raaltenaar maakte op zijn veertiende kennis met handbal op het Nijmeegse internaat waar hij verbleef. Een paar jaar later speelde hij voor Kwiek. “We waren per definitie een voetbalgezin. Mijn vader heeft de eerste twee jaar geen wedstrijd van mij gezien. Maar ik was een lange opbouwer die hoog kon springen en veel scoorde. Daardoor stond ik vaak op de foto in de krant. Toen kwam hij toch maar eens kijken.”
Zijn loopbaan als handballer was kort. “Op mijn twintigste kreeg ik het advies om te stoppen vanwege artrose in mijn knieën. Ik ben toch nog even door gegaan. Toen ik een paar keer smerig onderuitgehaald werd, besloot ik: hier ga ik wat aan doen.” Nijboer werd trainer en ging fluiten. Dat laatste doet hij nog steeds. “Ik ga het wel minderen. Ik wil me nog meer richten op het begeleiden van jonge scheidsrechterskoppels, wat ik al jaren doen. Dat zijn talenten. Daar liggen mijn wensen en ambities.”
Bloedlink
Vanwege die liefde voor het talent spande hij zich jaren in voor de in 2003 door Monique Swartjes, die andere handbalgrootheid, opgerichte handbalschool in Raalte, de eerste van Nederland. “Er zijn in Nederland ontzettend veel kleine verenigingen. Hoe krijgt een talent binnen zo’n club de kans zich te ontwikkelen? Dat kan bij een handbalschool,” zegt hij daarover. “Die mogelijkheid moet een club aan het kind bieden. Anders zoekt de speelster een andere vereniging en daarmee help je de competitie om zeep én maak je geen vrienden.”
Een paar jaar later hadden Nijboer en Swartjes een nog ambitieuzer plan. “Het asielzoekerscentrum achter mijn huis zou sluiten. Laten we het kopen, zeiden we. We wilden er een soort handbalinternaat van maken, een campusachtig idee. Door een naar politiek spel gingen onze vergevorderde plannen niet door. Bloedlink waren we.”
De weg van het talent
In 2017 ging Nijboer, na tien jaar voor het NHV gewerkt te hebben, met pensioen. Nog steeds vervult de handbalfanaat, zij het op vrijwillige basis, diverse functies voor de bond. Dit weekend presenteert hij in Kumamoto – de Japanse stad waar de oranjedames vandaag aan hun WK beginnen – zijn beleidsplan ‘De weg van het NHV-talent’ aan een delegatie Aziatische coaches. “De wereld kijkt stinkend jaloers naar hoe wij talenten opleiden. We hebben maar liefst zeventig meiden in het buitenland spelen. Tien jaar geleden gingen wij de grens over om te kijken hoe ze het daar deden. Tegenwoordig komen de Fransen, Duitsers en Denen naar ons toe. Wij zijn nu een voorbeeld.”
Hoe kan het dan dat de eredivisie ieder jaar inlevert op kwaliteit? “Amsterdam is de enige grote stad in Nederland met handbal op hoog niveau. Verder zijn het voornamelijk dorpsclubs. Dat is het grootste gevaar voor het handbal. Demografisch gezien moeten we binnen tien jaar anders gaan kijken, maar vooral anders gaan dóen. Ik vind het een ramp voor het Nederlands handbal dat men niet zo ver vooruit durft te kijken.”
De grootste talenten maken op hun achttiende al de stap naar het buitenland. “Hoeveel meiden van 25 jaar spelen nog in de eredivisie? Jonge meiden hebben toch dragende speelsters nodig om beter te worden? Je moet ze hier een goede competitie bieden en nog beter opleiden, zodat ze pas op hun 23e naar het buitenland gaan.” Hoe dat moet, dat weet Nijboer wel. “Maar dat gaat nooit gebeuren,” voorspelt hij.
Team Oost
Een superdivisie, boven de huidige eredivisie, is de oplossing. “Pak de beste speelsters van vijf of zes clubs uit een regio en zet die bij elkaar. Noem dat bijvoorbeeld Team Oost. Dat doe je ook in andere regio’s met een sterke handbaldichtheid. Samen spelen die ploegen in een nieuwe competitie. Ja, je haalt de beste speelsters bij een club weg en nee, daar zit die club niet op te wachten. Maar het handbal wél. Het talent is niet van de club, het talent is van de speelster. En vraag je het die speelster zelf, dan zijn we er gauw uit.”