Het valt altijd tegen, die eerste trainingen van het nieuwe seizoen. Tong op de schoenen, hartslag naar tweehonderd en spierpijn tot in de kleine teen. Nog drie weken en dan moeten we er weer aan geloven. Een mogelijke oplossing om het aankomend leed wat te verzachten: niet de hele zomer enkel cocktails drinken en zonnebaden. Onze nieuwe trainer houdt ons scherp, probeert ons zelfs bang te maken. “Ik zou maar wat doen. Beter goed voorbereid, dan een slechte start,” gooide hij laatst in de groepsapp. Voor de vorm plaatste hij er wat vrolijke smileys achter, maar de boodschap was duidelijk.
En het werkt. We werken ons deze zomerstop meer dan ooit in het zweet. Maureen raffelde tussen de bedrijven door een Europees studententoernooi af. Met een prachtige zilveren plak kwam ze terug uit Portugal. Eén fitte speelster gegarandeerd dus. Dorien en Elke vormen het olijke bootcampkoppel van ons team. Elke donderdag treffen ze elkaar in Olst om de plaatselijke bevolking te laten zien wat Wesepe in huis heeft. Onze Bathmense doet daar nog een stapje bovenop. Je laat je toch niet door een ander vertellen wat te doen? Nee, Marleen organiseert gewoon haar eigen boerenbootcamp. Trainer Wim denkt dat we daar elke zaterdag braaf met het hele team aan meedoen. We laten hem graag in die waan.
De rest van ons werkt op eigen houtje aan lichaam en conditie. Tennis, sportschool, hoelahoepen, van alles komt voorbij. Maar laat ik ook de speelsters niet tekortdoen die deze zomer weer echt, heus, van alles van plan zijn op sportief gebied, maar daar domweg geen gaatje voor in hun overvolle agenda kunnen vinden. Ook zij verdienen mijn aandacht en complimenten. Maar je zult altijd zien, heb je eindelijk met veel pijn en moeite een sportafspraak met ze gepland, komt er ineens een vakantie of Green Tea Challenge tussendoor (ik verzin dit niet). Kunnen zij ook niet helpen.
Zelf heb ik de hardloopschoenen weer aangetrokken. Ergens in een vorig leven was ik daar heel fanatiek in. Er ging nauwelijks een dag voorbij dat ik niet naar buiten ging voor een rondje. Dat obsessieve is eraf, al krijg ik inmiddels de smaak steeds meer te pakken. Want zo werkt het met hardlopen: hoe vaker je het doet, hoe leuker het wordt. En met mijn adres als startpunt kun je met een paar kilometer voor de boeg letterlijk alle kanten op. Dat werkt natuurlijk ook mee. Een stukje richting Diepenveen, een rondje Boskamp of via het sportveld met een grote bocht weer naar huis. Op vaste punten heb ik inmiddels zelfs mijn eigen supporters. De familie Dijkslag toetert regelmatig enthousiast langs mij heen, mijn buren zwaaien altijd trouw als ik begin aan mijn loop of zwoegend de finish bereik, en op de aanmoedigingen van mijn ome Bennie en tante Ria kan ik meerdere malen per week rekenen.
Ik ga ze missen als straks het handbalseizoen weer begint. Veel tijd blijft er dan niet over om mijn rondjes te maken, zeker niet als straks de duisternis weer vroeg invalt. Daar moet ik toch wat op verzinnen. ’s Ochtends voor zessen het bed al uit is een optie. Of ’s middags snel een broodje wegwerken en daarna een stuk eropuit in plaats van een uitgebreide lunch. Het kan allemaal, maar echt aantrekkelijk is het niet. Ineens klinkt die Groene Thee Uitdaging toch niet zo gek.