Turnster Maartje Wurkum kiest voor de zwaarste weg

Gepubliceerd in de Stentor en op deStentor.nl, 12 juli 2019, foto Ronny te Wechel

Ze is met haar zestien jaar nog maar net een senior binnen het turnen, maar heeft haar eerste gouden plak al binnen. Op het NK eind juni in Ahoy greep de Diepenveense Maartje Wurkum de nationale titel op de evenwichtsbalk. “Of ik de opvolgster ben van Sanne Wevers? Dat zijn wel erg grote woorden.”

“Een oefening die je eerst nooit kon uiteindelijk goed uitvoeren. Het gevoel dat dat oplevert, dat is het mooiste.” Maartje Wurkum beschrijft wat voor haar turnen zo geweldig maakt. In haar gouden oefening op het NK besloot de jonge Diepenveense dan ook niet voor de veilige optie te gaan. “Bij de opsprong viel ik direct, dat was geen lekker begin. Daarna ging ik voor alles of niets en turnde ik de moeilijke serie.” Dat lef betaalde zich uit. “Ik was als eerste aan de beurt. Alle meisjes na mij vielen ook een keer, dus het werd heel spannend. Toen er nog twee moesten, wist ik dat ik een podiumplek had. Na de laatste score bleek het zelfs goud. Dat was heel gaaf.”

Volwassen stappen

De makkelijke weg kiezen past niet bij Wurkum. Al op jeugdige leeftijd zette ze volwassen stappen. Via de gymnastiekverenigingen in Wesepe en Olst kwam ze bij topturnvereniging TON in Almelo terecht. “Eerst brachten en haalden m’n ouders me telkens, maar toen ik nog meer ging trainen, kon dat niet meer. Vanaf mijn negende verbleef ik daarom enkele dagen per week bij een gastgezin.”

In Almelo trainde ze onder Vincent Wevers, vader en coach van de bekende turntweeling Sanne en Lieke. “Met hem klikte het goed, maar met zijn opvolger niet. Daarop besloot ik verder te kijken naar een andere club.” Dat werd De Hazenkamp in Nijmegen. “Ook in Nijmegen slaap ik in een gastgezin en ik volg er de havo. Op donderdagmiddag, zaterdag en zondagochtend ben ik thuis bij mijn ouders en zussen in Diepenveen. De rest van de tijd train ik of ga ik naar school.”

Perfecte oefening

Turnen en leren, daarmee vult Wurkum haar dagen. “Ik zat twee jaar lang bij Jong Oranje, maar nu ik zestien ben, moet ik me zien te kwalificeren voor het gewone Oranje. Daar moet ik nog dingen voor verbeteren: hogere scores, hogere moeilijkheid en netter turnen.” Zo’n dertig uur per week staat ze in de turnhal. “Op het onderdeel sprong doe ik na de schroef nu een hele draai, dat moet anderhalf worden. En op de balk wil ik na de losse radslag met loopsalto nog een extra loopsalto toevoegen. Dat kost tijd.”

Wurkum wil schitteren op EK’s en WK’s. En natuurlijk op de Olympische Spelen. Treedt zij in de voetsporen van Sanne Wevers? “Dat zijn wel erg grote woorden. Het is zo knap hoe zij op het moment dat het moet zo’n perfecte oefening neerzet,” spreekt ze haar bewondering uit over de olympische kampioene van 2016 op de balk. “De Olympische Spelen halen is natuurlijk mijn ultieme doel. Die van 2020 komen waarschijnlijk te vroeg, al kan er veel gebeuren in een jaar.”

De ambitieuze Wurkum heeft er in ieder geval veel voor over. “In een rustige periode ga ik weleens wat leuks doen met vriendinnen. De stad in bijvoorbeeld of naar een feestje. Als ik wedstrijden heb, doe ik dat niet. Turnen moet ik nu doen, dat kan ik niet mijn hele leven. Feesten kan altijd nog.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *