De kip of het ei

Wat zal Andrea Canadija een beroerde nacht achter de rug hebben. De handbalster van het Macedonische Vardar kon gisteravond met een niet te missen doelpunt haar club in de race houden voor de Champions League-titel. Maar op 27-26 en met nog drie seconden in de verlenging te gaan, miste ze toch. Vanaf zes meter, zonder een verdedigster in de buurt en enkel een doel van twee bij drie meter en een doelvrouw voor zich. Met een fantastische Hampelmann (zo voer je die dus uit!) werd keepster Éva Kiss van het Hongaarse Györi  de matchwinner van een weergaloze pot handbal.

Het was de climax van een prachtig seizoen Champions League-handbal. Beter handbal zie je niet. De fouten in de wedstrijd zijn op de vingers van een hand te tellen. Alles klopt en alles lukt. En de speelsters lijken alles te kunnen. Gisteravond, in de finale dus, waren het vooral beide dekkingen die lieten zien hoe het moet. Met een ruststand van 9-9 verwacht je misschien een saaie pot, maar het tegendeel was waar. De aanvalsters moesten zo creatief, snel, slim en sterk zijn, dat het een genot was om naar te kijken. Telkens was daar wel weer een verdedigster die net op tijd voor hun neus stond of de aanval goed wist af te breken. Ze werkten zich uit de naad en waren bikkelhard. Op en soms over het randje. Toch vielen er niet opmerkelijk veel tijdstraffen.

Over dat laatste had ik vorige week een leuke discussie met een collega-verslaggever. Al is discussie een wat groot woord voor de paar opmerkingen over en weer via WhatsApp. Het zette me wel aan het denken. Hij is een waterpololiefhebber. En voor die sport geldt eigenlijk hetzelfde als voor handbal: heb je een beetje talent dan ben je de vaderlandse eredivisie al snel ontgroeid. Het hoogste niveau hier valt in het niet bij dat van andere Europese landen. Voor topwaterpolo moet je naar het oosten van ons continent: Servië, Roemenië, Hongarije.

“In de Nederlandse eredivisie wordt overdreven veel gefloten. Daardoor blijft het niveau achter,” was vrij vertaald zijn stelling. Ik plaatste daar vraagtekens bij. Al kun je er niet omheen dat, zowel binnen handbal als waterpolo, in de toplanden veel meer toegelaten wordt dan hier in Nederland. Maar is daarom het niveau lager, of geldt misschien het omgekeerde? Wordt er hier strenger gefloten juist omdat het niveau minder hoog is? De goed getrainde spelers in de top van de sport kunnen veel meer hebben. Een duw in de Nederlandse competitie kan een speelster aan de andere kant van het veld doen belanden, terwijl een Hongaarse speelster het niet eens doorheeft. Voor een overtreding waar gisteren in de finale hooguit een waarschuwing werd gegeven, zou je hier maar zo met rood van het veld moeten.

Ik ben er nog niet helemaal over uit. Het is een beetje het verhaal van de kip of het ei. Ook daar heb ik mijn ideeën over, maar een definitieve conclusie durf ik nog niet te trekken.

Foto: MTI (via dailynewshungary.com)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *