Gepubliceerd in de Stentor en op deStentor.nl, 9 augustus 2019, foto Ronald Hissink
Onzeker. Handbalster Keyara Peters spreekt het woord in het korte interview een keer of vijf uit. Overtuigd van een plek in de selectie van kersverse eredivisionist Voorwaarts is de achttienjarige Twellose allerminst. “Ik heb wedstrijden gespeeld waarin het best redelijk ging, maar er zaten ook partijen bij dat ik dacht: wat ben ik aan het doen? Als de trainer me op basis van die wedstrijden moet selecteren, dan laat hij het wel.”
En dus is Peters hard aan het trainen. In de sportschool werkt ze aan haar kracht; in de zaal leert ze zich een andere techniek van afronden aan. Want haar geliefde plekje in de opbouwrij, waar ze de afgelopen jaren indruk maakte bij de jeugd, lijkt in de hoofdmacht niet voor haar weggelegd. “We hebben veel opbouwsters. De nieuwe speelsters, Daimy van Dommelen en Lisa Oosterwijk, spelen ook op die plekken. En ze zijn allemaal zo goed, daar kan ik niet tegenop.” Op de hoeken zijn echter nog vacatures. “Ik wil heel graag in dames 1 spelen. Als ik daarvoor op een andere positie moet staan, dan doe ik dat. Daarom richt ik me nu op de rechterhoek. Ja, ik ben onzeker, maar ik wil absoluut bewijzen dat ik het wel kan.”
Die nieuwe positie vraag een andere techniek van de schutter. “Als rechtshandige is het lastig afronden op de rechterhoek. Dat ben ik nu aan het trainen. In de verdediging heb ik minder te doen en in de aanval moet ik vooral breaks lopen.” Snelheid is daarbij onmisbaar. “En dat is zeker niet mijn sterkste punt. Ik moet het vooral van mijn timing hebben: op het juiste moment wegstarten. Als ik te laat ben, ben ik ook echt te laat.”
Volgende week hoort Peters of ze bij de zestienkoppige selectie zit waarmee Maurice Feringa, de nieuwe trainer en coach in Twello, de eredivisie ingaat. “Dat wordt erg spannend, zeker voor mij. Vergeleken met de andere speelsters mis ik bijvoorbeeld veel kracht. Bovendien zit ik nog maar net bij de senioren en ik moet me dus een nieuwe positie eigen maken.”
Buitenaf
Leeftijdgenoot Jill Kloppenberg is op dit moment de enige specialist op de rechterhoek binnen de Twellose selectie. Patricia Brincker stopte afgelopen seizoen, Quinty Veerman herstelt van een heupoperatie. Feringa lijkt daardoor niet om Peters heen te kunnen. “Zo simpel is het niet. Er zijn genoeg meiden die op meerdere posities uit de voeten kunnen. Ellen van der Scheer kan bijvoorbeeld overal wel spelen. En misschien komt er nog wel iemand van buitenaf voor die positie.”
Die laatste uitspraak was de afgelopen jaren ondenkbaar binnen het trotse Voorwaarts, dat als hechte dorpsclub vrijwel uitsluitend met ‘echte’ Twellose meiden speelde. Vorig jaar kwam de Arnhemse Veerman al naar Twello. Dit seizoen zijn er opnieuw speelsters ingevlogen. Van Dommelen komt over van Fortissimo, keepster Lieke van der Linden speelde vorig jaar nog bij VOC. “Als je iets wilt bereiken in de eredivisie, moet je wat veranderen,” weet Peters. “Of dat past bij Voorwaarts, vind ik een moeilijke vraag. Het wordt anders, maar het is wel goed. We blijven altijd de dorpsclub waar sfeer belangrijk is. Al merk ik dat er vooral van buiten meer druk op ons ligt. We zijn niet meer ‘dat clubje’, maar worden nu als serieuze eredivisionist gezien.”