Gepubliceerd in Ommer Nieuws en Oprechte Dalfser Courant en op vechtdalcentraal.nl, 13 november 2019
DALFSEN – Hij is nog maar dertien jaar, maar heeft al een nationale en Europese titel achter zijn naam staan. De carrière van motorracetalent Loris Veneman uit Dalfsen gaat als een speer. Zijn vader Barry, in 2008 winnaar van de 24 uur van Le Mans, is zijn trainer en voorbeeld. “Maar ik ging hem laatst al voorbij.”
Bang is hij eigenlijk nooit. Behalve dan die ene keer dat hij wel erg hard naar beneden racete. “Dat was op een circuit in Spanje. Het rechte stuk ging behoorlijk steil omlaag. Het voelde alsof ik met een wheelie naar beneden ging. De eerste keer vond ik dat eng, de tweede keer ging ik ook nog niet vol gas.” Daarna was de spanning eraf. “Ik zei hem nog: bouw het netjes op, doe voorzichtig. Maar hij ging al snel voluit,” vertelt vader én trainer Barry. “Ik klokte een topsnelheid van 175 kilometer per uur. De topmannen zitten daar met 181 maar iets vanaf.”
Het zorgt voor bibbers bij de voormalig Supersport-coureur. “Als talententrainer voor de bond geef ik veel les aan kinderen. Dat is altijd wel spannend. Maar je eigen kind zien racen is extreem spannend. Bovendien kun je sommige circuits niet goed overzien. In Assen sta je bijvoorbeeld twee minuten in de pits te wachten en weet je niet wat er gebeurt. Zenuwslopend.”
Loris was zeven toen hij met een minibike voor het eerst over een braakliggend deel van industrieterrein Hessenpoort reed. “Ik wilde een andere sport doen dan de rest deed. En ik vond dit gelijk leuk. Vooral de bochten zijn gaaf om te doen.” Hij traint twee keer per week, samen met andere talenten uit Nederland. “Op dinsdagavond en op zondag. Dan gaan we naar de Tippe, een groot evenemententerrein in Staphorst, waar een parcours wordt uitgezet.” Daarnaast voetbalt hij twee tot drie keer in de week. “Je moet ook wat met je vrienden doen. Al doet mijn buurjongen Thijs ook aan motorsport. Voetballen kan prima naast het racen. Maar als de wedstrijden gelijktijdig zijn, kies ik wel voor het motorrijden.”
Voorbij zoeven
Dit jaar greep Loris twee grote prijzen op de motor. De eerste was de Molenaar NSF-titel, een opleidingscup voor talenten van elf tot veertien jaar. In zestien races verdeeld over acht evenementen bleek de Dalfsenaar de beste. “Als ik op de laatste dag een keer bij de eerste drie zou eindigen, was ik al kampioen. Ik heb dan ook niet te veel risico genomen. Ik werd in de eerste race tweede, waardoor ik de race daarna lekker ontspannen kon winnen.” Ook het EK won hij met overmacht. “Ik was tien seconden sneller dan de nummer 2.”
Dat Loris snel is, heeft vader Barry inmiddels ook zelf ervaren. “Een paar weken terug reden we in Assen. Ik ging voorop en plotseling zoefde hij me voorbij. Potverdorie, dacht ik. De volgende ronde gebeurde het weer.” Loris lacht. “Op het rechte stuk reed ik sneller.” Barry kan het verlies goed hebben. “Het is fantastisch om dit met je kind te doen en hem voor je te zien rijden.”
Groter en hoger
Beide titels won Loris op een Honda NSF, 100 cc, viertakt. Het komende seizoen, dat in april start, stapt hij over op een Suzuki met 125 cc. “Die is groter en hoger, heeft zes versnellingen en een automatische starter. Vooral dat laatste vind ik mooi,” glundert hij. “Een NSF moet je altijd duwen, de Suzuki is een straatmotor. Ik heb er nu een keer op gereden en dat ging best goed. Deze winter ga ik veel sporten om er klaar voor te zijn. Ik denk dat ik halverwege het seizoen om de prijzen mee kan doen.”
Over een jaar of twee wordt de 125 cc Suzuki waarschijnlijk ingeruild voor een Moto3. “Dan gaat het echt beginnen,” weet Barry. “Dat is zo’n stap verder, dat doe je niet zomaar. De kosten die daarbij komen kijken zijn zestig- tot zeventigduizend euro per jaar. Dan moet je wel weten wat je doet. Loris doet niet mee om alleen rondjes te rijden. Je moet investeren en je hebt sponsoren nodig. Die stappen zijn we nu al aan het zetten.”
Talentenschool
Het Thomas a Kempis College in Zwolle, een zogenaamde LOOT-school voor sporttalenten, waar Loris in het tweede jaar van de havo zit, hoort bij die stappen. “Je kunt hier je hele sport om je school heen plannen, maar dat proberen we zo lang mogelijk te vermijden,” vertelt Barry. “Hij heeft ook de voetbal, zijn vrienden, zijn huiswerk en alles. Het voordeel is wel dat hij soms een sportles op school kan overslaan. Of dat hij na een intensieve zondag de maandag erna wat later mag beginnen.”
Het motorracen is in huize Veneman echt een mannending. Loris: “Mijn vader gaat vooral met mij mee, mama gaat met Sterre mee naar de handbal. Maar tijdens mijn wedstrijden is mama er wel altijd.” Barry beaamt dat. “En dan is ze fanatieker dan ik.” Loris’ zusje Sterre heeft geen interesse in de motorsport. “Gelukkig niet,” verzucht Barry. “Dat gaan we ook niet doen. Dat Loris dit doet, vind ik al spannend genoeg.”
PASPOORT
Naam: Loris Veneman
Leeftijd: 13 jaar
Woonplaats: Woont met vader Barry, moeder Lisette en zusje Sterre (10) in Dalfsen
Bekend van: Werd dit jaar op de motor zowel Nederlands als Europees kampioen in de Honda NSF100-klasse